nog een beetje schuddig zet ik U.N.K.L.E. aan

Nog in vakantiemodus ben ik aan het rondkijken. De zon gaat net onder, het is half elf, zo voelt het ook.

Steven Seagal rent in indianen ‘leer reepjes jas’ over mijn scherm achtervolgt door een tenger indianenmeisje. In mijn oren is rapper Kool G Rap net klaar met ‘Guns Blazing’ (U.N.K.L.E.). Een rilling glooit over mijn rug, tranen vullen de onderrand van mijn ogen. Even ben ik in contact met iets puurs, herkenning van een diamant patroon in een wolk van willekeurige dwarrelende haren, de zon neemt afscheid.

Ik heb het gevoel dat ik dingen moet doen. Ik besluit te schrijven. Precies dan begint het juiste nummer. “They say, if you took it all away, the love would fall apart. I say, no way. You don’t know the size of my heart.” Songteksten, de valse strohalm om duidelijk te maken wat er omgaat in je hoofd. Ik moet bijna lachen; voelde ik me ook zo? Dat is het mooie van muziek, het neemt je mee, het is een emotionele jas die je aantrekt door op de knop te drukken. Het is de filmische wandeling over de klippen in het zoutmeer, wind in je haren, chellos zwellen aan, de getergde stem van Richard Ashcroft sterft in een soundscape van een fictief treinstation, zonder uit je stoel te komen.

zeep raakt op, goede herinnering

yoghurt

Langzaam raakt de yoghurtzeep op, de herinneringen worden zoeter, grappig hoe snel ze veranderen.

Morgen wordt het laatste beetje zeep van de vorige vakantie opgemaakt. Ik ruik nog even aan de vreemde fles, de geur van vakantie is het, niet die van yogurt en geneeskrachtige cactus extracten. Wat romantiseert een mens de fijne herinnering toch snel. Het gemis van het vakantiegevoel maakt plaats voor een hunkering naar de volgende vakantie, hoewel ik bijna zeker weet dat volgende keer naar een andere vakantie-stek ga.

‘t Is toch vreemd dat als je nog eens dezelfde vakantie zou kunnen beleven, het waarschijnlijk toch anders zal zijn. Ik zou noest opzoek gaan naar ‘hetzelfde gevoel’. Dat lukt natuurlijk nooit, of juist dat ik bepaalde dagen opnieuw wilt doen omdat de vorige keer het weer niet mee zat, of dat het gewoon niet binnen de vakantie periode paste. Vergeefs.

Ik berust me in de gedachten die een vriend met me deelde: volgende keer zal ik (nog) beter zijn in het ‘vakantie vieren’.

niet zo fijn

regen

Soms he, soms ben je de weg kwijt. Alsof je midden in je leven erachter komt dat je meedoet aan een dropping in plaats van een puzzeltocht.

Je kent het gevoel wel: waarom nou en waarom nu!? De zon schijnt mooi, lammetjes in de weide en dan plots heeft het geen zin meer. Je wordt bruut onderuit geschoffelt door je lot. Die lammetjes sprongen te vroeg in de weide. Of misschien zag je het niet goed, of zag je ze omdat je ze verwachtte?

Plots is er twijfel over alles wat zeker leek te zijn. Alleen de saaie zekerheden blijven duidelijk aanwezig: sleur, leegte, regen. De mooie ster waar je een tijd omheen cirkelde, bleek niet te horen in jouw sterrenstelsel. Je zoekt de nieuwe zwaartekracht, je nieuwe balans.

de slechte dag en wat je eraan kan doen

Je zit niet lekker in je vel, je ergert je aan de meest irrelevante dingen en niets kan je blij maken. Hangend gevoel, de dag moet gewoon overgaan, morgen gaat alles vast beter.

Dat zijn voor mij de typische eigenschappen voor een ‘slechte dag’ of een rotbui. Hoe kan je zo’n bui nou voorkomen, of -doeltreffender- wat is de oorzaak van een rotbui?

Het ‘alles zit tegen’-gevoel, of ‘iedereen is tegen me’-gedachte klinkt als dat er precies op die dag, of dat uur een enorme statistische anomalie plaatsvindt. Het is immers erg onwaarschijnlijk dat iedereen zijn normale taken uitbreid met het tegenwerken van jou, of om dingen te doen die jou niet zint. Iedereen en alles (inclusief het weer) is druk bezig jou tegen te zitten, zo voelt het.

Zouden de dingen die gebeuren die je dwars liggen ook gebeuren als je meer ‘in control’ was? Dus zou je bijna worden aangereden door die gast die van links kwam, als je zelf misschien ook wat alerter was? Dan was het geen probleem en was je ook niet boos op iedereen die ook maar eraan dacht in jouw vaarwater te verkeren. Misschien als je fijner in je vel zat, dan kon je die opmerking van een collega pareren met een leuke kwinkslag zodat je daarna zelf voldaan weer aan de slag kon.

Maar waarom ben je niet meer ‘in control’? Misschien heb je verkeerd of te weinig gegeten, te kort geslapen, of is er iets scheef gegaan in je persoonlijke leven, waar je spijt van heb of wat je niet kan terugkeren en maar over blijft malen.

Bovendien maak je het zelf erger. Het is als een ketting reactie. Neem het verkeer als voorbeeld. Je fietst een beetje slaperig door de straat een man rijd je bijna aan. Hij is duidelijk fout, maar jij zag het ook niet aankomen. Daarmee heeft hij onbedoeld veroorzaakt dat jij overtuigt ben dat iedereen in het verkeer een stommerd is. Bezig met die gedachte ga je meer opletten, of je andere fouten kan vinden, waardoor je nog minder oplettend ben.

Dus wat moet je doen? Mijn mening: als echt iedereen je tegenwerkt, dan is er iets mis van jouw perceptie van iedereen. Dus doe iets wat je op dat moment prettig lijkt, waardoor je dag een beetje meer op de rails komt. Vraag vriendelijk en rustig aan je omgeving je even niet te storen, zodat je rust heb om jezelf te reorganiseren. Sluit die activiteit af. Zorg ervoor dat je een banaan, of wat ander fruit eet, of een kopje thee, geen zoete dingen, want die werken niet stabiliserend. Als alles niet helpt, zorg dat je geen dingen onderneemt die helderheid en breed inzicht vereisen. Voel je niet schuldig die te verplaatsen tot op het moment dat je je prettig voelt, het wordt dan immers beter uitgevoerd.

Zo, ik kan er in elk geval weer tegenaan, fijn dat je even luisterde.

stampen, gaan, bevrijding!

Zoals ik op een moment gewoon stilte nodig heb; plantjes rust, dichtelijke ziele vrede, heb ik soms de behoefte mijn stijgbeugels flink te testen, de hamer flink te knallen op het aambeeld aan weerszijde in mijn hoofd.

Dan is het tijd voor ‘Drum and Bass’ en DubbCore, hard, pompende off-beat, schellende hihats, basgeluid die door mijn te dure koptelefoon direct naar mijn lies verhuist. De dierlijke drang om elke slag op de snaredrum te versterken door met mijn vuisten op m’n borstkas te beuken. Meeneurieënd met de bassline en met 160 bpm mijn herenfiets door de stad raggen.

Fok iedereen! Ík bent de gedrogeerde hoofdrolspeler in die versneld afgespeelde muziekvideo waar ik met flitseffecten, pulserende kleuren door de stad raast! Hoofd snel draaien tot het duizelt. Neon lichtstrepen waarin de stad zich vervagend strekt in de gewaande snelheid.

Mijn adem stokt, ik wéét dat ik dit tempo alleen dit nummer volhoud, maar het volgende is ook zo fijn, intoxiterend. Ik adem tot in de haarvaten van mijn longen. Het hart is de 180 al gepasseerd. Moet stoppen, longen branden, beenspieren zo hard als staal, pure pijn, blik nog furieus intens, zweet gutst met stromen over mijn rug, bevrijding! Inspiratie. Ogen lopen over van geluk.